Mag iedereen zich psychotherapeut noemen?

De afgelopen dagen had ik met verschillende mensen een discussie over het onrechtmatig gebruik van de titel “psychotherapeut”. Het klopt dat dit geen erkende, geen beschermde titel is en toch mag niet iedereen deze titel zo maar gebruiken. In deze blog leg ik uit waarom dit niet mag. 

Er bestaat geen enkele wet die de titel van psychotherapeut op zich beschermt. Hierdoor concluderen sommigen dat iedereen deze titel mag dragen, gezien het geen erkende titel is.

 

Maar toch is dat niet zo.

 

Het aanbieden van psychotherapie is immers geregeld in de wet en niet iedereen mag dit volgens die wet doen. Ik licht dit even verder toe.

 

1. Wat zegt de wet?

Psychotherapie is geregeld via de WUG-wet. Met de WUG bedoelen we de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van gezondheidszorgberoepen.

 

In deze wet staat in Art. 68/2/1

 

§1. Psychotherapie is een behandelingsvorm in de gezondheidszorg waarin men op een consistente en systematische wijze een samenhangend geheel van psychologische middelen (interventies) hanteert, die geworteld zijn binnen een psychologisch wetenschappelijk referentiekader en waarbij interdisciplinaire samenwerking is vereist.

§2. De psychotherapie wordt uitgeoefend door een beoefenaar, zoals bedoeld in de artikelen 3, § 1, 68/1 en 68/2, binnen een relatie psychotherapeut-patiënt, teneinde psychologische moeilijkheden, conflicten en stoornissen bij de patiënt op te heffen of te verminderen.

 

§3. Om de psychotherapie te mogen uitoefenen, heeft de beoefenaar, zoals bedoeld in § 2, een specifieke opleiding psychotherapie gevolgd bij een universitaire instelling of een hogeschool. De opleiding telt minstens 70 ECTS punten.

 

De beoefenaars waar men in dit artikel naar refereert zijn de klinisch psychologen, de klinisch orthopedagogen en de artsen.  Mits zij een psychotherapie-opleiding van minstens 70 ECTS punten hebben gevolgd, mogen zij psychotherapie aanbieden.

 

Daarnaast zijn er heel wat collega’s die in het verleden een psychotherapie-opleiding gevolgd hebben en niet tot 1 van de hierboven vermeldde beroepsgroepen behoren, maar wel tot de categorie van gezondheidszorgberoepen (1). Voor hen heeft de wet een afwijking voorzien.

 

§ 4. In afwijking op § 2 en § 3, kunnen ook andere beroepsbeoefenaars dan beroepsbeoefenaars zoals bedoeld in de artikelen 3, § 1, 68/1 en 68/2 op autonome wijze de psychotherapie uitoefenen voor zover zij ressorteren onder een van de volgende categorieën:

  1. beroepsbeoefenaars die uiterlijk in de loop van het academiejaar 2015-2016 hun studies hebben beëindigd onder volgende cumulatieve voorwaarden:
    • zij beschikken over een beroepstitel overeenkomstig deze wet;
    • zij hebben een specifieke opleiding in de psychotherapie met vrucht volbracht aan een instelling;
    • zij kunnen uiterlijk op 1 september 2018 een bewijs voorleggen van uitoefening van de psychotherapie;

 

  1. beroepsbeoefenaars die een specifieke opleiding psychotherapie op 1 september 2016 hebben aangevat of tijdens het academiejaar 2016-2017 aanvatten onder volgende cumulatieve voorwaarden:
    • zij beschikken over een beroepstitel overeenkomstig deze wet;
    • zij hebben een specifieke opleiding in de psychotherapie met vrucht volbracht aan een instelling;

 

  1. beroepsbeoefenaars die een opleiding van minimaal bachelorniveau die recht geeft op een beroepstitel overeenkomstig deze wet hebben aangevat op 1 september 2016 of tijdens het academiejaar 2016-2017 aanvatten, onder volgende cumulatieve voorwaarden:
    • zij beschikken over een beroepstitel overeenkomstig deze wet;
    • zij hebben de specifieke opleiding psychotherapie zoals bedoeld in § 3, eerste lid, met vrucht beëindigd;
    • zij hebben tevens een professionele stage gevolgd, zoals bedoeld in § 3, tweede lid.

 

Daarnaast heeft de wet een 2e uitzondering voorzien. Namelijk voor zij die geen gezondheidszorgberoep uitoefenen, maar in het verleden wel een psychotherapie-opleiding gevolgd hebben. Hierover zegt de wet:

  1. zij die uiterlijk in de loop van het academiejaar 2015-2016 hun studies hebben beëindigd onder volgende cumulatieve voorwaarden:
    • zij hebben een opleiding van minimaal bachelorniveau met vrucht beëindigd;
    • zij hebben een specifieke opleiding in de psychotherapie met vrucht volbracht aan een instelling;
    • zij kunnen uiterlijk op 1 september 2018 een bewijs voorleggen van uitoefening van de psychotherapie;

 

  1. zij die een specifieke opleiding in de psychotherapie op 1 september 2016 hebben aangevat of tijdens het academiejaar 2016-2017 aanvatten onder volgende cumulatieve voorwaarden:
    • zij hebben een opleiding van minimaal bachelorniveau met vrucht beëindigd;
    • zij hebben een specifieke opleiding in de psychotherapie met vrucht volbracht aan een instelling

 

  1. zij die een opleiding van minimaal bachelorniveau hebben aangevat op 1 september 2016 of tijdens het academiejaar 2016-2017 aanvatten onder volgende cumulatieve voorwaarden:
    • zij hebben een opleiding van minimaal bachelorniveau met vrucht beëindigd;
    • zij hebben de specifieke opleiding psychotherapie zoals bedoeld in § 3, eerste lid, met vrucht beëindigd;
    • zij hebben tevens een professionele stage gevolgd, zoals bedoeld in § 3, tweede lid.

 

De 2 groepen die onder de uitzonderingen vallen, zijn de zogenaamde psychotherapeuten met verworven rechten.

 

2. Misleidende reclame

Zij die niet in deze wet vermeld worden, zijn niet gerechtigd om psychotherapie aan te bieden en mogen zich bijgevolg ook geen psychotherapeut noemen. Want het gebruik van de term “psychotherapeut” creëert verwarring over wie ze zijn en wat ze doen. En die verwarring mag je niet creëren, want dat gaat in tegen de basics van het wetboek economisch recht. Er is immers minstens sprake van misleidende marktpraktijken/reclame.

 

Je misleidt o.a. door (2)

  • onjuiste informatie te geven over of - zelfs al is de informatie op zich juist - een bedrieglijke voorstelling te geven van de aard van de dienstverlening. Immers, je zegt psychotherapie aan te bieden want je gebruikt de titel psychotherapeut (inbreuk op artikel VI.105, 1° WER) of je biedt psychotherapie aan, terwijl je dit niet mag (onwettige uitoefening – art. 122, §1, 1° WUG);
  • verkeerd voor te stellen wat je mag aanbieden, en je kwalificaties; inbreuk op artikel VI.105, 6° WER);

 

Dit betekent ook dat iemand die nog in opleiding is, nog niet gerechtigd is om psychotherapie aan te bieden en dit dus ook nog niet mag gebruiken in zijn communicatie op bijvoorbeeld sociale media / website / …., aldus onze juriste Mr. Ann Dierickx (advocate gespecialiseerd in gezondheidsrecht en verbonden aan het advocatenkantoor Dewallens en partners).

 

3. Beoefenaar in de psychotherapie

Meer zelfs onze juriste raadt zelfs af om de titel “psychotherapeut” te gebruiken, ook al ben je gerechtigd om psychotherapie aan te bieden.

 

Waarom?

 

Wel omdat een rechter mogelijks nog zou kunnen vinden dat je verwarring creëert door een titel te gebruiken die er in wezen geen is, en door de beroepstitel die je wel hebt, niet te vermelden. Alternatieven die kunnen gebruikt worden zijn opgeleid in de psychotherapie. Maar vermeldt dan zeker ook steeds in elke praktijkinformatie die je aan toekomstige cliënten kenbaar maakt, de beroepstitel waarover je wel beschikt, bv. die van klinisch psycholoog. Dat is verplicht ingevolge artikel 31 §2 Kwaliteitswet. Dat artikel laat trouwens uitdrukkelijk toe om te informeren over bepaalde opleidingen waarvoor geen bijzondere beroepstitel bestaat.

 

Anderzijds is de titel van “psychotherapeut” wel een term waarmee we maatschappelijk vertrouwd zijn en dat zelfs door de overheid wordt gebruikt in hun communicatie (zie FOD Volksgezondheid). Dus de wetgever zou er ook voor kunnen kiezen om de titel van psychotherapeut wettelijk te regelen…

 

4. Wat riskeer je?

Wat kan er gebeuren als je deze titel misbruikt? Het antwoord op deze vraag hangt af van het beroep dat je uitoefent.

 

Als je een gezondheidszorgberoep uitoefent, maar geen psychotherapie-opleiding hebt gevolgd en evenmin verworven rechten hebt, dan loop je het risico dat iemand klacht tegen je indient bij:

  • de Toezichtcommissie. Die kan je een verbeterplan opleggen (je moet je in regel stellen) of je op non actief zetten door je visum af te nemen of je laten verder werken zij het onder voorwaarden; 
  • het parket of de onderzoeksrechter.  Klacht wegens onwettige uitoefening. Dan riskeer je een gevangenisstraf tot 6 maand en/of een geldboete tot 5.000 euro (momenteel te indexeren door te vermenigvuldigen met 8). De opbrengsten riskeer je af te moeten geven (verbeurdverklaring).

 

Als je geen gezondheidszorgberoep uitoefent en geen psychotherapeut met verworven rechten bent, maar wel bijvoorbeeld op je website vermeldt dat je psychotherapie aanbiedt dan loop je het risico dat een cliënt een gerechtelijke procedure start bij de burgerlijke rechtbank omwille van de berokkende schade. Een collega kan een procedure opstarten bij de ondernemingsrechtbank bv. wegens oneerlijke concurrentie door misinformatie, waar dan weer zware boetes op staan.

 

5. Conclusie

Gezien er een wet is die regelt wie psychotherapie mag aanbieden, kan niet iedereen zo maar de titel van psychotherapeut en het aanbod van psychotherapie in zijn communicatie gebruiken.

 

Bij Konnektit kiezen we er trouwens bewust voor om de term “therapeut” niet te gebruiken. Het kan immers voor verwarring / misleiding zorgen, want velen die geen psychotherapeut zijn, gebruiken deze term om zichzelf in beeld te brengen.

 

Op onze website Ikzoekhulp willen wij aan hulpzoekenden en doorverwijzers correcte informatie aanbieden.
En bijgevolg vermijden we misleiding en worden onze leden enkel als psychotherapeut voorgesteld als ze effectief de 4 jarige psychotherapie-opleiding hebben afgerond.

 

Deze blog is geschreven door Sonja Delbeecke. Ze heeft sinds 2005 een eigen praktijk als psychotherapeute / bemiddelaar in familiezaken. Daarnaast is ze zaakvoerder van Konnektit en ondersteunt ze hulpverleners zowel op inhoudelijk vlak als op vlak van ondernemen. 

 

Voetnoot

(1) Gezondheidszorgberoepen, zijn beroepen zoals arts, tandarts, kinesitherapeut, verpleegkundige, vroedkundige, hulpverlener-ambulancier, apotheker, klinisch psycholoog, klinisch orthopedagoog, diëtist, ergotherapeut, logopedist, orthoptist-optometrist, podoloog, medisch laboratorium technoloog, mondhygiënist, technoloog medische beeldvorming, audioloog en audicien, bandagist / orthodontist / prothesist, farmaceutisch-technisch assistent, ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer

(2) Gelet op artikel VI.104/1, 1° iuncto artikel VI.105, 1°, 2° en 6° WER.

 

© 2023 – Sonja Delbeecke - alle rechten voorbehouden

Wil je mijn volgende blogs graag rechtstreeks in je mailbox?

Vul dan hieronder jouw gegevens in.

 

Delen op

Om jou beter van dienst te zijn, maakt deze website gebruik van cookies. Als je verder surft op deze website ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.